Consument meer centraal in de bouwsector






Consument in de bouw meer centraal

De bouwbedrijven moeten vanaf 2015 aantoonbaar goede kwaliteit leveren en worden daarvoor zelf verantwoordelijk. Daarmee wordt de positie van de consument sterker. Het toetsen van de bouwkwaliteit kan voortaan sneller en goedkoper, en komt er eerder zekerheid over het moment waarop de bouw kan beginnen. Dat schrijft minister Blok (Wonen en Rijksdienst) in een brief aan de Tweede Kamer. De overheid zal wel eisen stellen waaraan de bouw moet voldoen en blijft toezien op een goede werking van het stelsel.
Vanaf 2015 zal een overgangsperiode van drie jaar gelden. In die periode heeft de initiatiefnemer nog de keuze tussen de huidige omgevingsvergunning voor het bouwen en de private kwaliteitsborging. Daarna hebben de gemeenten geen rol meer bij de toetsing van het bouwplan aan het bouwbesluit en houden zij ook geen toezicht op de bouwtechnische kwaliteit van de bouw.
Volgens minister Blok kan de invoering van een stelsel voor private kwaliteitsborging zoals hij voorstaat, een structurele verlaging van de regeldruk opleveren voor bedrijven, professionals en consument, met als resultaat een besparing van ongeveer 300 miljoen euro. Het bouwproces kan volgens Blok sneller verlopen omdat bouwende partijen niet hoeven te wachten op goedkeuring op de bouwtechnische kwaliteit van het plan bij eerste aanvraag of bij tussentijdse wijzigingen.

Zelf verantwoordelijk

Minister Blok wil de controle op de kwaliteit van bouwwerken weer bij de private partijen in de bouwsector leggen, omdat die ook de kennis, ervaring en de mogelijkheden hebben om goede bouwkwaliteit te waarborgen. De gemeente toetste vooral vooraf en op basis van de ingediende bouwplannen op papier. ‘Ik beoog de situatie te herstellen waarbij de bouwsector zelf expliciet verantwoordelijk is voor de bouwkwaliteit", schrijft Blok.
De invoering van private kwaliteitsborging moet er volgens minister Blok toe leiden dat tijdens het hele traject van de bouw - van initiatief tot oplevering - wordt toegezien op de kwaliteit. Zodat daarmee aan het eind van het bouwproces wordt aangetoond dat het bouwwerk aan de eisen voldoet. Het bevoegd gezag - de gemeente - handhaaft alleen nog de minimumeisen voor de bestaande bouw en gebruikseisen, met name de (brand)veiligheid.

Positie consument versterkt

Minister Blok beoogt met de wijziging van het toezicht ook dat bouwende partijen de vraag van de bouwconsument meer als uitgangspunt nemen. ‘Het gaat er mij om dat de bouwer flexibel inspeelt op specifieke wensen van de consument, bijvoorbeeld voor de indeling van het gebouw, de keuze van installaties en de afbouw’, aldus Blok.
Een van de instrumenten die minister Blok de consument in handen wil geven is verbetering van het retentierecht. Hij verwijst daarbij naar Duitsland, waar het recht bestaat om 5 procent van de bouwsom in depot te houden tot vijf jaar na de oplevering. Ook bepleit hij dat consumenten in de toekomst bouwbedrijven beter kunnen vergelijken op prijs en kwaliteit.
De aansprakelijkheidverdeling gaat minister Blok in samenspraak met de minister van Veiligheid en Justitie aanpassen, zodat de positie van de opdrachtgever wordt versterkt. Het gaat daarbij vooral om de verborgen gebreken. Blok zal hierbij ook de branche betrekken.

Knelpunten regelgeving

In een tweede brief ‘Aanpak van knelpunten omgevingsrecht ten behoeve van de bouwpraktijk’ die minister Blok ook naar de Tweede kamer stuurt, schrijft hij onderzoekslasten en regeldruk zoveel mogelijk te willen wegnemen en naar maatwerk te streven. Blok werkt samen met bouwsector en gemeenten aan een betere dienstverlening waardoor huidige en toekomstige bouwprojecten vlotter ten uitvoer gebracht worden. De mogelijkheden worden verruimd om bij voorbeeld een mantelzorgwoning aan te bouwen of op dezelfde kavel te zetten. Ook wordt vergunningvrij bouwen verder uitgebreid. Dat was al mogelijk aan de achterkant van de woning. Voortaan mag ook aan de voorzijde een dakkapel of erker worden aangebouwd, tenzij het gaat om monumenten of beschermde stadsgezichten.
In de brief wordt ook aangekondigd dat bij de eerstvolgende wijziging van de bouwregelgeving wordt bezien welke voorschriften, die betrekking hebben op het gebruik van een woning, kunnen worden geschrapt.

Bron: Rijksoverheid